om te testen”. Dat testen gebeurt in een aparte hal in de fabriek. Daar ligt spoor en kan elektrische spanning op de tram worden gezet. Ook zit er meetapparatuur in het spoor. “Het is daar schoon en er geen kans op verstoring door andere activiteiten. De tram kan daar veilig getest worden. Helemaal volgens afgesproken protocollen.”

Testen
De eerste testen zijn ‘statisch’. Gaan de deuren open en dicht? Doet de verlichting het? Werkt de airconditioning? Is dat allemaal in orde, starten de ‘dynamische’ testen. De tram gaat dan naar buiten en wordt getest tot 50 km/u. De tram komt dan dus echt in beweging. Esther: “Het voertuig rijdt dan stukjes over recht spoor. Bijvoorbeeld met een snelheid tot 10 km/u en dan wordt geremd. Vervolgens een stukje met een snelheid tot 20 km/u en dan weer remmen. Dat optrekken en afremmen kunnen ze daar in een veilige en gecontroleerde omgeving testen.”

Meerdere trams
In de fabriek werkt CAF aan meerdere 15G trams tegelijkertijd. “Het is indrukwekkend om te zien. Mallen worden gevuld, onderdelen komen samen en elke keer dat een voertuig een stukje verder ‘af’ is, schuift het een stukje door in het fabricageproces – naar de volgende plek in de hal waar nieuwe onderdelen volgen. Uiteindelijk staat daar dan een gloednieuwe tram, met 5 wagenbakken en 4 geledingen in vol ornaat.”

Interieur
Ook de binnenkant van de eerste tram is zo goed als af. Esther glimlacht: “De bezoekers van de 15G mock-up tentoonstelling herkennen straks – als de tram gaat rijden in Nederland – hun stemresultaten vast en zeker terug. Want de interieuropties die de meeste stemmen hebben gekregen, zijn natuurlijk doorgevoerd. Bijvoorbeeld de keuze voor stoffen bekleding op de stoelen en de rode stoeltjes speciaal voor reizigers met een mobiliteitsbeperking.”

Naar Amsterdam
Dit eerste gloednieuwe 15G voertuig komt dit voorjaar naar Amsterdam. Dan wordt de tram uitgebreid in Amsterdam zelf getest. Dat gebeurt nadat de Inspectie Leefomgeving en Transport het voertuig goedkeurt. Esther: “We herhalen dan de dynamische testen, maar met een hogere snelheid dan 50 km/u. In de fabriek in Spanje kunnen ze niet zo hard. In Amsterdam hebben we bepaalde delen op het tramnet waar we wél die hogere snelheid kunnen testen. Maar we nemen bijvoorbeeld ook het reisinformatiesysteem onder de loep en checken de communicatie tussen de verkeersleiding en de tram. Onze collega’s van de technische dienst testen of zij de tram snel genoeg weer op de rails kunnen krijgen bij een eventuele ontsporing. De reizigers kunnen de nieuwe tram dan dus ook al tegenkomen in de stad. Naast de bovengenoemde tests gaan we ook testrijden op het hele tramnet om het rijcomfort te beoordelen en te kijken of de tram geen hinder ondervindt van obstakels langs de route. Parallel aan deze testen, leiden we onze trambestuurders en monteurs op.”

Foto's: © GVB Amsterdam