Socialmedia-kanalen
OVnieuws.info
Socialmedia-kanalen
Goederentreinen.nl
OVnieuws.info Index
In beeld: Viering 40 jaar modelbaan emplacement Winterswijk bij TransitOost

26-07-2023 / 18.15 uur
WINTERSWIJK -
Dit jaar is het 40 jaar geleden dat men begonnen is met de bouw van de modelbaan van het emplacement Winterswijk zoals dat er omstreeks 1925 heeft uitgezien. De modelbaan staat nu op een prominente plek bij TransitOost in Winterswijk. Voor ons was het een mooie gelegenheid om weer eens naar Winterswijk af te reizen en daar het museum te bezoeken.

Het begin van de modelbaan
In mei 1983 werd de vereniging Het GOLS-station opgericht die haar naam ontleende aan het voormalige lokaalstation aan

Binnenkort online

de Houtlading in Winterwijk. Op de zolderruimte van het station Winterswijk vond de vereniging een onderkomen. De vereniging had zich als doel gesteld een werkende modelbaan te maken van het spooremplacement Winterswijk omstreeks 1925, de tijd waarin het spoor in Winterswijk zijn hoogtepunt had. Voor herkenbaarheid werd ook de naaste omgeving van het emplacement daarin meegenomen. Gekozen is voor schaal H0 oftewel 1:87. Er zouden geen consessies worden toegelaten ten opzichte van de werkelijkheid. Dit betekende dat voor de baan een ruimte beschikbaar moest zijn van tenminste 15 x 4 meter.

Voordat met de bouw van de modelbaan kon worden begonnen moest de zolderruimte van het voormalige stationsgebouw geschikt worden gemaakt voor een baan van die afmetingen. Dat vergde behoorlijk wat energie. Toch is in de loop van 1983 een start gemaakt met de bouw van de modelbaan.

Er werd voor gekozen om te beginnen met het gedeelte van het voormalige lokaalstation (Gols) met zijn omgeving. Dit werd uitgevoerd als een los project en als een min of meer zelfstandig werkende modelbaan (4x1,5 m). De reden hiervan was dat dit als zelfstandig geheel kon worden gebruikt voor de expositie die in 1985 was gepland in het kader van 100 jaar spoorlijn Winterswijk - Zevenaar. Voor deze expositie stelde de eigenaar de benedenruimte van het voormalige stationsgebouw tijdelijk beschikbaar. Na afloop van de expositie toonde het spoorwegmuseum in Utrecht belangstelling in deze "kleine" modelbaan. Deze werd voor een aantal maanden uitgeleend aan het Spoorwegmuseum.

Intussen werd op de zolderruimte begonnen aan de bouw van de onderconstructie (de tafel) van de modelbaan van het gehele emplacement. Toen de kleine modelbaan van de omgeving Golsstation uit Utrecht terug kwam werd deze ingepast in de ondergrond voor het gehele emplacement. Van daaruit is in de loop van de jaren verder gewerkt aan de realisering van de gehele modelbaan. Hierbij is gebruik gemaakt van documentatie die geleidelijk beschikbaar kwam. Genoemd kunnen worden bouwtekeningen en ondergronden uit diverse archieven: gemeente, provincie, NS enz. Deze moesten worden verschaald van 1:100 of 1:1000 naar 1:87. Ook fotomateriaal was belangrijk. Dat kwam gaandeweg beschikbaar, ook van particulieren. Vaak bleken kiekjes van personen ook informatie te bevatten over opstallen die voor de modelbaan moesten worden nagebouwd. De vereniging heeft in de loop van de tijd een omvangrijk fotoarchief opgebouwd dat later is opgegaan in het archief van TransitOost.

De baan komt geleidelijk tot stand
De baan vorderde in de loop van de jaren gestaag. Het bleek een zeer tijdrovend project maar het gaf tegelijk ook veel plezier aan de makers. Omdat de financiele middelen beperkte waren werd inventief gebruik gemaakt van goedkope materialen zoals karton en papier in allerlei maten en diktes. Behangpapier van een bepaalde structuur werd gebruikt voor het nabootsen van daken. Behalve het sporenplan en de opstallen zoals stationsgebouwen, woningen en bedrijven is geprobeerd ook de terreinindeling zoals straten, erven, tuinen en plantsoenen zo extact en natuurgetrouw mogelijk na te bootsen.

De techniek vergde veel tijd en energie om tot een echt werkende modelbaan te komen. Onderdelen zoals wisselaandrijvingen, relais, draaischijven, bedrading en besturing bevinden zich onder en achter de baan, niet zichtbaar maar wel essentieel voor een werkend geheel.

Naarmate de modelbaan vorderde kreeg deze steeds meer belangstelling van buitenaf. Leuk maar wel belemmerend voor de voortgang van het bouwproces. De vereniging besloot het bezoek te gaan reguleren door op de zolderruimte een heus museum te openen met openingstijden en met de modelbaan als vast onderdeel.

In de loop van de jaren heeft het museum Het GOLS-station vele bezoekers ontvangen uit binnen- en buitenland die allen genoten van de modelbaan die de zo roemrijke spoorweghistorie van Winterswijk prachtig zichtbaar maakte. Er werd voortdurend verder gewerkt aan de detaillering en techniek van de modelbaan om deze nog aantrekkelijker te maken voor publiek.

Einde modelbaan?
In 2014 leek er een einde te komen aan de modelbaan omdat de zolderruimte niet langer beschikbaar bleek voor het museum Het Gols-station. De eigenaar had andere plannen met het voormalige stationsgebouw. De modelbaan was echter niet gebouwd op demontage en transport. In afwachting van een onzekere toekomst moest deze daarom ook noodgedwongen in stukken worden gezaagd om verwijdering en transport mogelijk te maken. Het zaagwerk is zo uitgevoerd dat de scenery, en vooral de gebouwen, zoveel mogelijk intact bleef. Dit was voor de technische onderdelen aan de onderzijde van de baan praktisch niet mogelijk.

Het resultaat was een grote jigsaw-puzzle van 20 heel verschillende segmenten. Deze zijn met behulp van een hoogwerker van de zolderruimte getild om vervolgens met de Bedford van stichting HSA te worden vervoerd naar de voormalige busremise aan de Stationsstraat. Daar kon de modelbaan tijdelijk worden opgeslagen. De stukken zijn daar provisorisch tegen elkaar gezet waardoor er toch weer min of meer een geheel ontstond dat zelfs op gezette tijden voor publiek zichtbaar was.

Foto's
Contact
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De modelbaan in de voormalige busremise aan de Stationsstraat in Winterswijk op 16 mei 2015.
 

Herbouw modelbaan
Vereniging het GOLS-station en de stichting HSA gingen intensief werken aan plannen voor de realisering van een nieuw museumwerkplaats waarin ook het historisch trein- en busmaterieel een goed onderkomen zou krijgen. Daarvoor werd de stichting TransitOost opgericht. Het eindresultaat van alle inspanningen is de schitterende accommodatie zoals die er nu staat.

Bij de bouw van de nieuwe museumwerkplaats is uiteraard rekening gehouden met de herbouw van de grote modelbaan. Deze zou een cruciaal onderdeel van het museum moeten worden. Na voltooiing van de museumruimte in 2017 werd dan ook vrijwel direct gestart met de wederopbouw van de modelbaan. Daarvoor werd eerst een geheel nieuwe onderconstuctie gemaakt waarop de 20 verschillende segmenten konden worden teruggeplaatst. Er werd voor gekozen om de baan iets hoger op de poten te zetten omdat dat visueel een beter effect geeft. Bij de bepaling van de nieuwe hoogte is rekening gehouden met toekomstige bezoekers met name rolstoelers en kinderen.

Nadat de baansegmenten op de onderconstructie waren geplaatst en verankerd, is veel tijd en aandacht besteed om de puzzel er weer als een geheel uit te laten zien: de zaagsneden zijn zo goed mogelijk weggewerkt, ook in het spoor. Veel aandacht is besteed aan het herstel en verbetering van de scenery.

Anders dan in de oude situatie kan de baan op de nieuwe plek van alle kanten worden bekeken. Een achtergrondpaneel is om die reden achterwege gelaten. Het is een bewuste keuze om rond de baan geen glazen afscherming meer te plaatsen omdat dat afbreuk doet aan de aantrekkelijkheid van het geheel. TransitOost gaat ervan uit dat de kwaliteit van de modelbaan voldoende respect afdwingt bij de bezoekers om alleen te kijken met de ogen.

Digitaal concept
Qua techniek is gekozen voor een ander concept. In de oude situatie waren alle sporen berijdbaar en aangesloten. Voor de besturing van het geheel waren er naast een hoofdbedieningspaneel nog drie kleine panelen. Voor de bediening van de gehele baan waren dus minstens vier personen nodig. Dit legt een groot beslag op de bezetting door vrijwilligers. In de nieuwe situatie is mede om die reden gekozen voor een geautomatiseerd geheel met meerdere gedigitaliseerde treinbewegingen die toch een redelijk natuurgetrouw beeld geven van de werkelijkheid. De techniek (computer) is verdekt aangebracht en is niet zichtbaar voor het publiek. Na een druk op de knop die alles in beweging zet volstaat 1 vrijwilliger die toezicht houdt op eventuele storingen. Het reilen en zeilen op de baan verloopt tot op heden naar tevredenheid.

Een modelbaan is nooit af
Behalve regulier onderhoud is de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan verdere verfraaiing van de modelbaan. Daarbij wordt veelal ingezet op interactieve elementen die bij kinderne maar zeker ook bij ouderen op veel waardering mogen rekenen. Wat is er nou leuker als jezelf door een druk op de knop een bepaalde scene in beweging kunt zetten. De toepassing van 3D printtechniek opent nieuwe en ongekende mogelijkheden. Kleine diorama's die een inkijkje geven van een straatbeeld, huiskamer of bedrijf worden zeer gewaardeerd, zeker als deze een humoristische inslag hebben. Er zijn inmiddels nieuwe interactieve elementen in voorbereiding die alles nog aantrekkelijker gaan maken.

De laatste periode is ook gewerkt aan de upgrading van de gebouwen die alle inmiddels 30 tot 40 jaar oud zijn. Behangpapier als dekpanstructuur lijkt aardig maar het kan nog veel mooier. Tegenwoordig zijn materialen (folies) beschikbaar die een veel realistischer resultaat geven. Inmiddels is 75% van de gebouwen op de baan van een nieuw dak voorzien.

Zeker ook in de verdere toekomst blijft nagedacht worden over hoe de attractiviteit van de modelbaan kan worden verhoogd zodat deze zijn funcite als een van de visitekaartjes van TransitOost zal blijven behouden. Want zoals de meesten mensen wel weten: een echte modelbaan is nooit af.

Tekst: Dick van Dijk / TransitOost.

 
Bekijk onze filmbeelden van ons bezoek aan het museum.
 
Bekijk onze filmbeelden van de mooie modelbaan.
 
De mooie Museumwerkplaats van TransitOost in Winterswijk.
 
 
Sik 270 staat voor de deur met een gesloten goederenwagon.
 
 
 
 
 
Bij binnenkomst in het museum kan je terug gaan naar een dag uit 1928.
 
Verschillende mensen uit het verleden vertellen hoe het er toen aan toe ging.
 
Het kolenvervoer vanuit het Ruhrgebied (Duitsland) naar het westen van Nederland was één van de belangrijkste redenen waarom het emplacement van Winterswijk ooit zo groot was. Dagelijks kwamen er honderden kolenwagens voorbij, getrokken door stoomlocomotieven.
 
Een speelplaza waar de kleine museumbezoekers zich lekker kunnen vermaken.
 
In het seinhuisje kan men ook zelf een armsein omzetten.
 
Het armsein linksboven gaat dan op en neer.
 
De communicatiemiddelen van ongeveer een eeuw geleden.
 
 
Een blik met kaartjes uit een ver verleden.
 
 
 
Wie kende hem niet, de oude kaartjes machine uit de bus.
 
 
 
Diverse uniformen uit vroegere tijden.
 
 
 
Een bordje en een fles wijn ter herrinnering aan de eerste rit met de Buffel tussen Arnhem en Winterswijk op 5 juni 1996.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Stoptreinmaterieel SM'90

Uniek in dit museum is de cabine van de Railhopper (nr. 2106). Op deze cabine na is er van deze treinserie niks bewaard gebleven. Van het type Railhopper (SM90) zijn er slechts 9 treinstellen gebouwd. Dat was een protoserie. Hoewel het de opvolger van de Mat'64 had moeten worden heeft deze treinserie het niet gehaald. De treinserie kende veel problemen. Zo waren er veel problemen met de software, waren er defecten aan de remmen en had het last van roestvorming. Na 13 jaar werden deze treinstellen in 2005 uit dienst genomen.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Dieseltreinstel DE-II 186

Ter vervanging van de stoomlocomotieven op de nevenlijnen bestelt de NS begin jaren vijftig diesel-electrische stroomlijntreinen, 30 met een enkele (DE-1) en 46 met een dubbele (DE-2) rijtuigbak.

Twee dieselmotoren drijven een tractiegenerator en twee hulp-dynamo’s voor de voortbeweging en de verlichting aan. Nieuw is dat de dieselmotoren een plaats krijgen onder de vloer, zodat de totale lengte van de trein optimaal voor de passagiersaccommodatie beschikbaar is.

De in een blauwe kleurstelling afgeleverde treinen krijgen vanwege het markante gevleugelde symbool van fabrikant Allan al snel de bijnaam “Blauwe Engel”. nadat ze in de loop der jaren allemaal een rood uiterlijk met een gele tien-harige snor op de kop krijgen, voert de NS de meeste tussen 1981 en 1985 af.

25 treinstellen type DE-2 ondergaan in de periode 1971-1981 een grondige revisie/modernisering en doen in NS-geel dienst tot 1997. Treinstel 186 rijdt zelfs tot 2001. Het is het allereerste historische voertuig dat de HSA verwerft. (Tekst: HSA)

Technische gegevens:

.....................................Fabrikant - Allan (type DE-2 Plan X), Rotterdam
....................................................Dieselmotoren - AEC, Southaal (GB) (voor renovatie in jaren 70/80)
..................................................................................... - Cummins, Columbus (USA) (na renovatie in jaren 70/80)
......................................Electrische installaties - Electrotechnische Industrie (v/h Smit), Slikkerveer
Lengte - 45,40 meter
Gewicht (leeg) - 85/86 ton ...............
..........................................................................
Zitplaatsen - 28 1e klasse en 103 2e klasse (voor renovatie in jaren 70/80)
..........................................................................................- 16 1e klasse en 132 2e klasse (na renovatie in jaren 70/80)
..............................................................In dienst - 1954 – 1980/1981 – 2001 bij NS, Oostnet en Syntus

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

GVB 115 / GTW 635

Autobus 635 begint zijn leven als de Amsterdamse stadsbus 115. Bijna gelijk met twee series GTW-streekbussen van nagenoeg hetzelfde type (de VB 10) rolt hij uit de fabriekshallen. Net als de GTW-bussen uitgerust met een motor en componenten van het Britse AEC.

Nadat de bus enkele jaren na afvoer van een sloperij wordt gered, begint hij aan een tweede leven, nu als museumbus. Maar echt geluk heeft hij niet: halverwege de restauratie moet de stalling van de bus in Amsterdam plaatsmaken voor stadsvernieuwing.
De eigenaren schenken de bus aan de HSA!

Omdat de bus sterk overeenkomt de de GTW-bussen, gaat de HSA de bus voltooien in de GTW-uitvoering. Voortuitlopend daarop heeft de bus het historische nummer 635 toebedeeld gekregen. Als hij over enkele jaren op de weg terugkeert, houdt hij de herinneringen hoog aan ruim vijftig – er waren ook MAN-bussen met de zelfde carrosserie – GTW-bussen met dit uiterlijk. Deze bussen verzorgen vanaf het begin van de jaren zestig tot halverwege de jaren zeventig een belangrijk deel van het streekvervoer in de Achterhoek. (Tekst: HSA)

Technische gegevens:

.... Motor/chasis - AEC VB 20
Carrosserie - Verheul
......... Lengte - 11 meter
.......... Breedte - 2,49 meter
............. Hoogte - 3,15 meter
Gewicht Leeg - 8.166 kg.
Zitplaatsen - 35.......
Staanplaatsen - 60 .........
Bouwjaar - 1961
......... Kenteken - UB-67-81.

 
 
 
 
 
 
 
 

Bedford GTW 853

Het oorspronkelijke GTW-trambedrijf vervoerde over het dichte lokale netwerk niet alleen passagiers. Sterker nog, goederenvervoer was veruit het belangrijkste. Voor aanvullend transport – van het goederenemplacement naar de klant – zette de GTW vrachtwagens in. Op den duur verrichtten de vrachtauto’s het meeste werk en in de jaren vijftig namen ze het vervoer van de tram volledig over.

Het GTW-transportbedrijf groeide door de overname van andere bedrijven gestaag. De GTW-vrachtwagens onderhielden – in veel gevallen zelfs dagelijks – goederenlijndiensten in alle windrichtingen. Met de overname van het GTW-busbedrijf door de NS ging het transportbedrijf zelfstandig verder, om tenslotte in eigendom naar P&O over te gaan. Daarmee verdween de naam Geldersche Tramwegen voorgoed uit het straatbeeld.

Bedford 853 houdt de herinnering levend aan het GTW-transportbedrijf. Zelf heeft hij geen dienst gedaan bij de GTW, maar van het type TK reden er heel wat bij de GTW.

Bedoeld als “snelvervoer” voor de T-Ford van de HSA is dit handige en betrouwbare werkpaard al voor uiteenlopende zaken ingezet.
(Tekst: HSA)

........................Motor/chassis/cabine - Bedford Vehicles (type TK), Luton (GB)
............................................Opbouw - Voorheen bakwagen, thans oprijwagen
Lengte - 7,18 meter
Gewicht (leeg) - 3.720 kilo..............
Bouwjaar - 1967..............
GTW-serie - 841-855...........
Kenteken - XF-73-82......

 
 
 
 

T-Ford, GTW 1.

De T-Ford staat symbool voor de beginjaren van het busvervoer in Nederland. In de jaren twintig neemt het belang van het vervoer per bus steeds meer toe. Allerlei kleine busbedrijven gaan de concurrentie aan met de gevestigde trambedrijven.

De toenmalige Geldersche Stoomtramweg Maatschappij (GStM) – voorloper van de GTW – ziet niet lijdzaam toe. Zij schaft zelf ook gemotoriseerde voertuigen aan, zowel voor personen- als goederen vervoer. Het wordt de T-Ford, een in die dagen zeer populair voertuig. Eind jaren twintig is de T-Ford achterhaald en moet hij plaatsmaken voor modernere autobussen. Zo ook bij de inmiddels tot GTW omgedoopte GStM.

In de jaren vijftig laat de GTW voor een jubilieumviering een T-Ford vrachtauto bij carrosseriebouwer Verheul weer van een busopbouw voorzien. Ter herinnering aan de beginjaren van het busvervoer, zoals dat met de T-Ford begon. Jarenlang bewaard door de GTW en zijn opvolgers, is het markante busje nu onderdeel van de HSA-collectie. (Tekst: HSA)

.........................Motor/chassis - Ford (model T), Ontario (Canada)
...............Carroserie - Verheul (Waddinxveen)
Lengte - 4,90 meter
Gewicht (leeg) - 1.670 kilogram ....
Zitplaatsen - 8 .....................
..............................
In dienst - 1923 (1951 nieuwe carrosserie)
...........................................Kenteken - Historisch: M-15069 / huidig: ZZ-01-50.

 
 
 
 
 
In deze mooie setting kan met gezellig wat eten en/of drinken.
 
Deze zijn alleen voor de sier.
 
 
Oud Connexxion 2232.
 
 
 
 
 
 

Krupp GTW 119

De sterke opkomst van het autobusvervoer in de periode tussen de twee wereldoorlogen had ookgevolgen voor de tramwegbedrijven. Vooral in het streekvervoer ondervond de tram steeds meer concurrentie van de bus. Vele particulieren begonnen een busdienst en roomden daarmee het tramvervoer af. De trambedrijven werden gedwongen om zelf ook steeds meer over te gaan op autobussen. Ook de Gelderse Tramwegen (GTW), een verzamelnaam van de verschillende trambedrijven in het oosten Gelderland, namen in de jaren dertig van de vorige eeuw grote aantallen bussen in dienst. Voor die tijd waren dit zeer moderne wagens, veelal van het zogenoemde frontstuurtype. Dat wil zeggen met de motor voorin, naast de chauffeur. Een voorbeeld daarvan is bus 119, die in 1936 in dienst kwam. Het chassis en de motor, een driecilinder tweetakt diesel, waren van het Duitse merk Krupp en de carrosserie kwam van Verheul uit Waddinxveen. De chauffeur zat afgescheiden van de passagiers, die door een conductrice van kaartjes werden voorzien. Net als andere GTW bussen uit die tijd kreeg ook de 119 een naam en een afbeelding, te weten "Beer".

Na tot 1955 dienst te hebben gedaan werd de Krupp door de GTW bewaard voor museumdoeleinden. In 1980 werd de wagen door een aantal oud GTW medewerkers gerestaureerd, waarna hij in 1982 werd overgedragen aan het Spoorwegmuseum in Utrecht, dat toen plannen had voor een openbaar vervoer museum. Dat laatste ging niet door en begin 1993 slaagde de SVA er in de bus te kopen van het Spoorwegmuseum. De restauratie, die vooral bedoeld was de bus weer rijdbaar te maken, werd mogelijk gemaakt door particuliere giften en een subsidie van het Prins Bernardfonds.
(Tekst: HSA)

......................................................................Motor/chassis - Krupp, type OD4N132, met 3 cilinder 2 takt dieselmotor
............................................Carrosserie - Verheul, Waddinxveen .......................
Bouwjaar - 1936 .....
.
Kenteken - BE-49-34

 
 
 
 
 
Oude Syntus buurtbus 211.
 
 
 
 

GTW 475

In 1966 stelt de GTW autobus 475 als semi-tourbus in dienst. In die rol vervoert de bus vele malen reisgezelschappen naar buitenlandse bestemmingen. Tot in Italië aan toe!

Na een aantal jaren verandert dat. Het werkgebied gaat zich beperken tot Doetinchem en omgeving. Nadat hij enkele luxe voorzieningen kwijtraakt, komt de 475 op lijndiensten te rijden. daar vormt hij – samen met de andere ruim 80 GTW-bussen van dit type – jaren lang de ruggengraat van het GTW-streekvervoerbedrijf.

In 1979 begint de bus een nieuw leven als museumbus. Bij de restauratie komen enkele ‘toerattributen’ , zoals het bagagecompartiment met luik en de gordijntjes, terug. De bus verzorgt zelfs weer toerwerk, maar nu voor passagiers die genieten van de sfeer van vervlogen tijden. daarbij maken het fraaie uiterlijk en de luxe uitvoering deze wagen in het bijzonder populair bij bruidsparen. (Tekst: HSA)

Technische gegevens:

...................... Motor/chasis - Leyland RTW Lert 1/1
. ...... Carrosserie - Den Oudsten
.............. Lengte - 11,28 meter
.......... Breedte - 2,50 meter
Gewicht Leeg - 9.749 kg..
Zitplaatsen - 41........
Staanplaatsen - 26 . .........
Bouwjaar - 1965
....... Kenteken - AB-09-96.

 
 
 
 
 
 

Autobus GTW 292

De GTW 292 is nog echt, wat je noemt, oude glorie. Toen de streekvervoerder nog veelvuldig verre reizen naar het buitenland verzorgden, schaft de GTW bus 292 aan. Bovenop een groot bagagerek om de koffers te bergen, in het dak een fors linnen schuifluik voor verkoeling op warme zomerdagen, panoramaruiten voor een onbelemmerd uitzicht en comfortabele stoelen. Allemaal met het oog op een zo aangenaam mogelijke reis.

De naam voluit op de zijkant en het provinciewapen op de achterop maakt eenieder duidelijk bij welke maatschappij deze fraaie bussen beschikbaar waren. Het valt niet te ontkennen dat de GTW hiermee, en zeker ook door de bijzondere kleurstelling, een opvallende verschijning de weg op stuurde.

Maar in technisch opzicht was de bus ook opvallend. Voor zover bekend , is het de enige nog bestaande bus met het zgn. "pre-selective"-schakelsysteem. Met dit systeem zette de chauffeur de wagen vooraf in de gewenste versnelling. Pas door intrappen van het schakelpedaal ging de bus in een andere versnelling over. (Tekst: Wim Siebelink / Stichting Historisch Streekvervoer Achterhoek (HSA))

Technische gegevens:

.. ....................................................... Motor/chasis - AEC Regal Mark IV 9831 uitvoering A (GB)
Carrosserie - Verheul
............... Lengte - 10,90 meter.
.......... Breedte - 2,50 meter
............. Hoogte - 3,15 meter
Gewicht Leeg - 9.773 kg.
Zitplaatsen - 45.......
Staanplaatsen - 9 ............
....Afleveringsdatum - 15 januari 1953
........ Kenteken - NB-74-31

 
 
 
 
 
 

GSM 1363

In 1977 verwerft de NS de GTW in eigendom. Het busbedrijf zet zijn activiteiten voort als dochteronderneming onder de naam Gelderse Streekvervoer Maatschappij.

Twee jaar later schaft de GSM DAF-Hainje 1363 aan. Op veel punten vertoont de bus nog overeenkomsten met de bussen die de GTW enkele jaren eerder had aangeschaft: de stoffering van de stoelen, de uitstapdeur nog steeds achter de achteras en in de filmkast nog altijd de twee gescheiden filmrollen met zwarte letters op een wit vlak. Eigenlijk verraadt alleen het knalgele NS-streekgeel dat er wel degelijk wat is veranderd.

Van dit type autobussen – de meesten voorzien van een identieke Den Oudsten-carrosserie – schaft de GSM er in de loop der jaren 250 aan. Deze betrouwbare DAF-bussen zijn lange tijd beeldbepalend geweest voor het streekvervoer in de Achterhoek.

In 1997 vindt een garagechef van Oostnet het zonde bus 1363 af te voeren. Daardoor wordt het bestaan van de bus gerekt en kan hij uiteindelijk in handen van de HSA komen. (Tekst: HSA)

Technische gegevens:

............................Motor/chassis - DAF (type MB200), Eindhoven
..........................................................Carrosserie - Hainje (type standaardstreekbus), Heerenveen
........Lengte - 11,85 meter
..Gewicht (leeg) -  9.840 kilogram
....................................................In dienst - 1979-1997 (bij GSM, GVM en Oostnet)
Zitplaatsen - 49 .............
Staanplaatsen - 28 ..................
....Kenteken - 05-SB-90....

 
 
 
 
 

Lees en bekijk ook:

Transit Oost Thema Dagen “Spoor & Techniek" - 2016

Op bezoek bij Transit Oost - 2015

Klik hier voor nog veel meer mooie reportages die wij al hebben gemaakt.